In Nederland zijn we vertrouwd met het regelmatig ontwormen van onze honden en katten.
Besmetting met bijvoorbeeld spoelwormen in het maagdarmkanaal komt regelmatig voor. Dit brengt niet alleen risico met zich mee voor de gezondheid van onze huisdieren, maar ook voor de volksgezondheid.
Er bestaan echter veel meer soorten wormen die als inwendige parasiet onze huisdieren het leven zuur kunnen maken. Deze soorten zijn niet alleen in het maagdarmkanaal te vinden. Zo bestaan er wormen die leven in de longen, de blaas of de lever, en zelfs hart en bloedvaten kennen hun eigen parasieten.
Hartworm
De belangrijkste hartworm, die luistert naar de naam Dirofilaria immitis, zorgt in Europa voor steeds meer problemen.
Beneden de lijn Parijs – Milaan komt deze infectie inmiddels overal voor. De hoogste besmettingscijfers liggen in riviergebieden als de Po-vlakte in Italië en de Rhône-delta in Frankrijk. Maar eigenlijk is geen enkel gebied in de Zuid-Europese landen volledig vrij van hartworm.
Honden en katten raken, als ze worden gestoken door bepaalde muskietensoorten, besmet met de larfjes van deze hartworm. Dergelijke larfjes noemen we microfilariën. Binnen enkele maanden kunnen die larfjes uitgroeien tot volwassen wormen van meer dan 20 cm lang. Ze verblijven in het hart of in de longslagaders. Deze volwassen wormen produceren vervolgens niet alleen weer volop nieuwe larfjes, maar zorgen ook voor ernstige klachten. Er kunnen soms wel tientallen wormen aanwezig zijn die bovendien jarenlang in leven blijven.
Voorkómen is beter dan genezen!
Wanneer met bepaalde middelen wordt geprobeerd die wormen te doden kunnen er gevaarlijke complicaties ontstaan. Wormen in het maagdarmkanaal kunnen veilig door medicamenten worden gedood. De dode wormen verteren en de restanten komen met de ontlasting naar buiten.
Maar bij het doden van hartwormen kunnen restanten in de bloedbaan gaan circuleren en zorgen voor een levensbedreigende embolie. Embolie is het vastlopen in kleinere bloedvaten waardoor de bloedvoorziening van bepaalde weefsels blokkeert en er infarcten kunnen ontstaan. Daarom geldt hier nog sterker als anders het bekende gezegde: voorkómen is beter dan genezen.
In die gebieden waar met hartwormlarfjes besmette muskieten vóórkomen is het dan ook essentieel om honden en katten preventief te behandelen.
Omdat je nooit kunt voorkómen dat huisdieren worden gestoken door muskieten, zijn hiervoor dus middelen die zorgen dat alle hartwormlarfjes die het lichaam binnenkomen meteen worden gedood, voor ze uitgroeien tot volwassen worm.
Deze preventie is niet alleen belangrijk voor honden en katten die in besmette gebieden leven, maar ook voor dieren die daar op vakantie met hun eigenaren naar toe gaan.
En aangezien de besmetting vóórkomt in veel van de meest populaire vakantiegebieden is het bijzonder makkelijk dat dierenartsen in Nederland nu de beschikking hebben over geregistreerde middelen. Zo kunnen we honden en katten veilig en effectief beschermen tegen infecties met hartworm.
Een spot-on is daarbij de meest voor de hand liggende keuze. Deze is bij onze kliniek verkrijgbaar en beschermt ook gelijk tegen andere parasieten zoals vlooien, mijten, luizen en spoelwormen.
Voor eigenaren van huisdieren die mee gaan op vakantie, is de daarvoor benodigde rabiësvaccinatie een prima moment om meteen aandacht te besteden aan hartwormpreventie.
Lintwormen
Lintwormen (cestodes) zijn veel voorkomende parasieten in de dunne darm van honden en katten. Ze zijn plat en kunnen van een paar millimeter (Echinococcus) tot 2,5 meter (Taenia hydatigena) lang zijn.
Ze hechten zich aan de darmwand van de hond, en leven van de darminhoud die ze via hun integument (‘huid’) absorberen.
Hoe worden lintwormen overgedragen?
Volwassen lintwormen leven in de darmen van honden. Daar leggen ze eitjes die in de omgeving terechtkomen, via de uitwerpselen van de hond. Deze eitjes bevatten een larve in het eerste stadium. Wanneer ze worden opgegeten door een tussengastheer, bijvoorbeeld
– een klein zoogdier zoals een muis – voor Taenia en Echinococcus multilocularis -,
– een herkauwer – voor Echinococcus granulosus en Taenia –
– of een geleedpotige (vlo of luis) – voor Dipylidium caninum -,
zet de ontwikkeling zich voort tot aan het tweede larvestadium. Deze larven zijn besmettelijk voor de hond. Wanneer deze laatste de tussengastheer of zijn weefsels inslikt, hechten ze zich aan de darmwand en worden binnen enkele weken volwassen
Lintwormbesmetting behandelen
Er zijn in de handel een paar wormendodende middelen verkrijgbaar voor de behandeling en bestrijding van de belangrijkste cestodebesmettingen bij honden.
Enkele daarvan werken ook tegen alle andere veel voorkomende hondenwormen. Zo zorgen ze voor een volledige bescherming van je huisdier en jezelf.
Zorg ervoor dat je je huisdier het middel geeft dat het beste voldoet aan zijn en jouw behoeften voor wat betreft gebruiksgemak, doeltreffendheid en veiligheid (vooral bij de behandeling van erg jonge pups).
Spoelwormen
Bij gemiddeld zo’n 9% van de honden in Nederland kunnen in de darm volwassen exemplaren gevonden worden van de hondenspoelworm, Toxocara canis.
Bij pups, fokteven en honden die veel buiten zijn wat vaker, bij meer geïsoleerd levende huishonden wat minder dan gemiddeld.
Een volwassen spoelworm produceert tot 200.000 eitjes per dag. Deze eitjes kunnen vervolgens vele jaren in de omgeving als besmettelijk eitje aanwezig blijven. Honden kunnen dus besmet raken vanuit de omgeving, zowel direct als via zo genaamde tussengastheren: regenwormen, kevers, muizen, kleine vogels etc.
Pups worden zelfs al in de baarmoeder besmet door larven uit het lichaam van hun moeder. Ook de melk kan de besmettelijke larven bevatten. Later komen daar de infecties vanuit de leefomgeving bij.
Zoönose: ook voor de mens besmettelijk
Zowel de volwassen wormen in de darm als de larven veroorzaken ziektesymptomen.
Daarnaast is de hondenspoelworm, net als de kattenspoelworm, een zogenaamde zoönose: niet alleen dieren maar ook mensen kunnen makkelijk besmet raken door de eitjes in de omgeving.
Dat resulteert weliswaar niet in de ontwikkeling van volwassen spoelwormen in de darm, maar de trektocht die de larven maken door het lichaam veroorzaakt vooral bij kinderen de nodige klachten. Bij kinderen met bijvoorbeeld aanleg voor astma kunnen de astmasymptomen worden opgewekt door deze larven.
Regelmatige en consequente ontworming is dus niet alleen van belang voor de hond, maar ook voor de volksgezondheid. Daarbij hanteren we het volgende schema:
- Ontworm volwassen honden minimaal 4x per jaar, en fokdieren liever nog vaker.
- Ontworm pups op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd, en daarna iedere 2 maanden tot ze een half jaar oud zijn.
- Zogende moederdieren steeds tegelijk ontwormen met hun pups.
- Ontworming van drachtige dieren kan zinvol zijn; overleg met de dierenarts over de keuze van het juiste middel en tijdstip van toediening is daarbij belangrijk.