Vlooien
De kattenvlo (Ctenocephalides felis) is wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 70% van alle vlooienbesmettingen. Deze soort voelt zich thuis op zeker 50 verschillende diersoorten, inclusief de mens.
Ook bij de hond is deze vlo de belangrijkste ectoparasiet. De grotere hondenvlo Ctenocephalides canis komt in Nederland niet veel meer voor.
De levenscyclus van de vlo kent vier stadia: vlo – eitje – larve – pop.
Alleen volwassen vlooien leven op het dier, en zijn natuurlijk het meest zichtbaar. Zij vormen echter het topje van de ijsberg: slechts 5% van de hele levenscyclus bestaat uit volwassen vlooien op het dier.
De overige 95% van het probleem wordt gevormd door de eitjes, larven en poppen in de leefomgeving!
Een volwassen vrouwtjesvlo legt gemiddeld 27 eitjes per dag, en kan dat tot 100 dagen lang volhouden.
Echt effectieve en structurele vlooienbestrijding bestaat dus niet alleen uit het gebruik van middelen die de volwassen vlo doden, maar moet juist ook middelen omvatten die op larven en eitjes werken: een geïntegreerde controle van de levenscyclus van de vlo.
Verschijnselen
Jeuk:
Als vlooien bijten om bloed te zuigen scheiden ze via hun speeksel bepaalde stoffen uit.
Die zorgen bij alle dieren voor irritatie, en bij honden met een allergie voor deze stoffen kan dat zelfs levenslang tot hevige en hardnekkige huidontstekingen leiden.
Bloedarmoede en weerstandsverlies:
Vooral heel jonge of oude honden, en dieren die al chronisch ziek zijn kunnen worden “leeggezogen” door volwassen vlooien, die op één dag tot 140% van hun eigen lichaamsgewicht aan bloed kunnen opnemen.
Overdracht van andere ziektes:
Vlooien kunnen allerlei virussen, bacteriën, andere parasieten (lintworm) en zelfs ook huidschimmels (“ringworm”) van dier op dier overbrengen.
Bestrijding
Er bestaan veel soorten vlooienbestrijdingsmiddelen. Deze komen in de vorm van pipet, tablet of band. Laat u adviseren wat het beste te gebruiken is voor u en uw huisdier.
Teken
Teken zijn kleine parasieten die bloed zuigen bij dieren en mensen (gastheren) om te kunnen overleven.
Ze komen overal voor, met name in de bosrijke- en kustgebieden.
In Nederland komt de “harde teek” Ixodes ricinus voor.
De laatst jaren worden, door het warmere weer, in Nederland steeds vaker teken waargenomen die normaal in Zuid-Europa leven.
De levenscyclus van een teek begint als een larve en, via diverse tussenstadia, eindigt na 2-3 jaar als een volwassen teek.
Teken zijn actief in de periode maart tot oktober. Met name bij vochtig weer zijn ze het meest actief.
‘s Winters verkeren ze in een rustperiode.
Hoe verwijder je een teek?
Gebruik nooit alcohol,olie of een sigaret!
De teek kan hierdoor gaan braken waardoor de kans op besmetting met de tekenziekte toeneemt.
Een verdoofde, of zelfs een dode teek, is niet gemakkelijker te verwijderen dan een levend exemplaar.
De teek zit alleen met zijn kop in de huid, wat u ziet is het lichaam. Met een pincet lukt het niet om de teek geheel te verwijderen. U moet namelijk de kop van de teek te pakken krijgen. Er is een speciale tekentang ontwikkeld waarmee u ook goed de kop van de teek verwijdert
Hoe voorkomt u dat uw hond gebeten wordt door een teek?
Alle vlooienbestrijdingsmiddelen doden teken. Dit duurt echter enkele dagen. De teek heeft zich dan al vastgezogen aan uw huisdier en eventuele ziektes zijn dan al overgedragen. De teksten op veel vlooienbestrijdingsmiddelen van: “doodt ook teken” moet u dus argwanend beoordelen.Er zijn vlooienbestrijdingsmiddelen die teken binnen 1 dag doodt. Hiermee voorkomt u de kans dat uw huisdier met teken en tekenziektes besmet wordt. Voor het buitenland (met name Frankrijk en Italië) is deze bescherming niet voldoende. Hiervoor heeft u een speciale tekenband nodig. Deze tekenband geeft ongeveer 6 maanden bescherming.
Door teken overgebrachte ziekte
Teken kunnen besmet zijn met de bacterie Borrelia burgdorferi, de ziekte van Lyme. Deze ziekte wordt overgebracht als de teek door de huid bijt. Bij de hond kan deze bacterie soms gewrichtsproblemen veroorzaken, meestal is er alleen een klein bultje zichtbaar die vanzelf verdwijnt.
Bij mensen veroorzaakt het een rode uitslag rondom de plaats van de beet.
Deze huiduitslag is absoluut een reden om langs de huisarts te gaan daar bij mensen de ziekte van lyme dodelijk kan zijn als er geen behandeling plaatsvindt.
Als uw hond gebeten wordt door een teek dient u hem te verwijderen. Het is niet nodig om ons te consulteren.
Mocht de huid rood worden rondom de plaats van de tekenbeet of als uw hond kreupel gaat lopen dan dient uw hond door de dierenarts gezien te worden. De ziekte van lyme is door middel van bloedonderzoek (antilichamen) vast te stellen. De behandeling bestaat uit een speciale antibioticum kuur.
Teken die voorkomen in landen rondom de middellandse zee en in Zuid Engeland, de zogenaamde hondenteek: Rhicephalus sanguineus, kunnen besmet zijn met de bloed- parasiet, Babesia canis.
Deze bloedparasiet hecht zich aan de rode bloedcellen vast waardoor deze afsterven. De milt raakt vergroot.
De grote hoeveelheden rode kleurstof (haemoglobine) worden via de urine afgevoerd waardoor de hond rode urine plast, het zogenaamde “bloedwateren”‘.
Daarnaast kunnen er symptomen optreden van bloedarmoede, geelzucht, hoge koorts en lusteloosheid.
Het vaststellen van deze bloedparasiet vindt plaats door een bloeduitstrijkje onder de microscoop te bekijken.
Deze ziekte is niet altijd te behandelen.
Mijten
Schurft
Er zijn meerdere soorten schurftmijten bekend, die bij honden voor veel jeuk en irritatie kunnen zorgen. De belangrijkste is de mijt Sarcoptes scabiei, verantwoordelijk voor “gewone” hondenschurft ofwel scabiës.
De levenscyclus van ca. 3 weken speelt zich geheel af op en in de huid van de hond, waarbij vooral de volwassen vrouwelijke mijten uitgebreid tunneltjes graven in de opperhuid.
Dat heeft twee belangrijke gevolgen:
Ten eerste ontstaat door deze levenswijze van de mijten extreem veel jeuk. Honden met scabiës zijn dan ook de hele dag bezig met krabben en bijten. De verschijnselen beginnen vaak aan de oren, de kop of op de huid aan de buitenzijde van de poten, maar kunnen zich makkelijk over het hele lichaam uitbreiden.
Ten tweede is het soms erg moeilijk om de mijten aan te tonen, zodat het stellen van de diagnose scabies wel eens voor problemen zorgt. Het kan dan ook gebeuren dat een dierenarts die de aanwezigheid van scabies vermoedt maar de diagnose niet kan bevestigen, kiest voor een zgn. diagnostische therapie.
Gerichte behandeling van een verdachte hond met een veilig en gegarandeerd effectief middel kan een verstandige en praktische benadering zijn waarmee achteraf zekerheid wordt verkregen over de diagnose.
Door gebruik te maken van een spot-on is het niet nodig het dier steeds te moeten wassen of sprayen.
Scabiës is een zoönose (een ziekte die van dier op mens kan overgaan): in ca. 30% van de gevallen waarin een hond besmet is met de Sarcoptes-mijt zullen een of meer van de huisgenoten ook last hebben van jeukende plekjes op de huid.
Voor andere honden is de besmettelijkheid echter veel groter: vrijwel 100%. Gelukkig is, als de diagnose eenmaal gesteld is of vermoed wordt, het succespercentage van de behandeling door de dierenarts ook 100%.
Oormijt
In ruim een kwart van alle gevallen van oorproblemen bij de hond speelt de zgn. oormijt Otodectes cynotis een rol. Vooral jonge honden hebben relatief vaak last hiervan, maar ook bij oudere dieren wordt deze mijt regelmatig gevonden.
In een groep honden kan de besmetting zich lang in stand houden omdat volwassen dieren symptoomloos drager kunnen zijn en dus een continue, maar slecht herkenbare besmettingsbron vormen voor hun omgeving. Ook katten en fretten raken makkelijk besmet. Bijkomend probleem is dat de oormijt, in tegenstelling tot hetgeen de naam suggereert, zich ook in leven kan houden buiten het oor, dus op de huid.
Soms ontstaan daardoor zelfs jeukende bultjes op de huid, maar meestal verloopt dit symptoomloos.
Wanneer een dier langdurig besmet is met oormijt kan het daar een extra gevoelig oor aan overhouden.
Allerlei relatief geringe prikkels zijn dan in staat weer een oorontsteking te veroorzaken, terwijl de mijt zelf als oorspronkelijk probleem al lang verdwenen is.
De behandeling van oormijtinfecties door middel van zalf of druppels valt soms tegen.
Symptoomloze dragers of gevallen waarin de mijten buiten het oor leven kunnen voor snelle herbesmetting zorgen. Daardoor kunnen chronische oormijtproblemen ontstaan.
Behandeling van oormijtinfecties door middel van een spot-on ondervangt deze bezwaren:
het is makkelijk toe te dienen, hoeft maar zelden herhaald te worden en werkt in het hele lichaam, dus ook tegen mijten buiten het oor.
Wel is het vanwege het vóórkomen van symptoomloze dragers belangrijk om contactdieren in het zelfde huishouden mee te behandelen, ook al lijken hun oren schoon.