Katten worden als zeer gewaardeerde huisgenoten gezien. Geen wonder dus, dat het aantal katten de laatste tientallen jaren sterk is toegenomen en dat aan voeding en verzorging veel tijd, aandacht en energie wordt besteed. Ook de fabrikanten van diergeneesmiddelen besteden veel tijd en energie aan de ontwikkeling van steeds betere diergeneesmiddelen voor katten.
Toch zijn er nog steeds ziekten waartegen geen goede medicijnen bestaan en die dus niet of niet goed behandeld kunnen worden.
Gelukkig is het mogelijk katten tegen de meest gevaarlijke en besmettelijke van deze ziekten te laten enten.
Deze pagina’s geven u informatie over de achtergronden van entingen bij katten.
Jaarrond de vaccinaties en nog veel meer geregeld voor uw huisdier?
Word dan lid van onze Healthy Pet Club. De benodigde jaarlijkse vaccinaties voor uw hond of kat zijn inbegrepen voor een vast bedrag per maand. Bovendien kunt u gebruik maken van nog veel meer voordelen. Hoe? Kijk hier voor meer informatie.
Afweer en immuniteit
Wat er na een enting gebeurt, vertoont overeenkomsten met wat er na het doormaken van de ziekte gebeurt.
Een voorbeeld:
Als een kat kattenziekte doormaakt en daarvan herstelt, zal het dier gedurende een bepaalde periode beschermd zijn tegen kattenziekte. Dit wordt veroorzaakt doordat de kat afweerstoffen (immuniteit) tegen kattenziekte heeft opgebouwd. Deze afweerstoffen maken het kattenziektevirus bij een volgende besmetting onwerkzaam, waardoor de kat gezond blijft.
Helaas gaat het doormaken van een ziekte meestal gepaard met ziekteverschijnselen. Als een kat met een entstof (vaccin) wordt geënt, zal het afweerapparaat van het dier daarop reageren door afweerstoffen te maken tegen de ziekte waartegen geënt is. Het gevolg is dat de kat gedurende een bepaalde periode is beschermd.
Omdat het vaccin levende (maar niet ziekteverwekkende) of dode ziekteverwekkers bevat zal de kat in dit geval niet ziek worden.
Door te vaccineren beschermt u uw kat tegen ziektes die vaak dodelijk kunnen aflopen. Wanneer de meeste dieren in uw omgeving worden gevaccineerd is de kans op deze ziektes minimaal. Wij adviseren u dus zeker om uw dier te laten vaccineren. Het voorkomt een hoop ellende voor u en uw dier.
Hier kunt u informatie vinden over het enten van uw kat, het entschema, tegen welke ziekten kan worden gevaccineerd en combinaties van vaccinaties.
Ziekten waartegen kan worden gevaccineerd
De ziekten waartegen katten kunnen worden gevaccineerd zijn de kattenziekte, niesziekte en hondsdolheid (rabiës). Hieronder vindt u meer informatie over deze ziekten.
Kattenziekte
Kattenziekte is een ernstige, zeer besmettelijke ziekte die met name voor problemen zorgt bij jonge katten. Het virus vermeerdert zich vooral in de snel delende cellen van het beenmerg en de darmen.
Verschijnselen:
Verminderde afweer (het beenmerg speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van witte bloedcellen) en afwijkingen van het maagdarmkanaal vormen de belangrijkste verschijnselen. De ernst hiervan hangt af van de leeftijd van het dier (een jonger dier krijgt vaak ernstiger verschijnselen) en van de weerstand tegen kattenziekte op het moment van de besmetting. Het meest opvallend zijn de verschijnselen van het maagdarmkanaal: ernstige buikpijn, braken, diarree en uitdroging. Uiteraard hebben de dieren koorts en maken ze een zieke indruk. Door de verminderde weerstand kunnen andere infecties (bijvoorbeeld van de luchtwegen) het ziektebeeld verergeren. Bij dieren die de besmetting overleven kan nog gedurende enkele weken tot maanden diarree aanwezig zijn. Infecties bij drachtige dieren kunnen leiden tot de geboorte van afwijkende kittens (afwijkingen in hersenen, vreemde manier van lopen). Kattenziektevirus kan jarenlang in de omgeving van de katten besmettelijk blijven en is alleen met bepaalde ontsmettingsmiddelen kapot te krijgen.
Enting:
Na enting tegen kattenziekte ontstaat een goede en langdurige bescherming. Door poezen goed te enten en ervoor te zorgen dat kittens meteen na de geboorte voldoende moedermelk op kunnen nemen krijgen de kittens een uitstekende bescherming van de moeder mee. Enting van de moeder voor het dekken zorgt ervoor dat de moeder aan de kittens via de melk een goede weerstand meegeeft. (Enten tijdens de dracht met levende vaccins wordt ernstig ontraden en is strikt genomen ook niet nodig.) Daarom is enting van de kittens op 9 en 12 weken leeftijd in de meeste gevallen voldoende. Hierna vindt de volgende enting plaats als de kat ongeveer 1 jaar oud is, waarna jaarlijks of 1 maal per twee jaar wordt geënt. Overigens, vaker enten veroorzaakt geen nadelige effecten.
Niesziekte
Niesziekte is een aandoening waarbij sprake is van een ontsteking van de voorste luchtwegen. Meerdere ziekteverwekkers spelen een rol. Daarnaast zijn huisvesting, klimaat en verzorging van belang bij het ontstaan van niesziekte. Daarom is het beter te spreken van het niesziektecomplex.
Verschijnselen:
Bij niesziekte is, zoals de naam al aangeeft, sprake van een soort verkoudheid bij katten. Afhankelijk van de verwekker, de leeftijd en de weerstand van de dieren kunnen de verschijnselen minder ernstig zijn; niezen, wat hoesten met waterige neus- en ooguitvloeiing, tot zeer ernstig; sloom, koorts, niet eten, niezen, hoesten, speekselen, ernstige neus- en ooguitvloeiing, beschadiging van tong- en wangslijmvliezen. Niesziekte komt met name voor op plaatsen waar katten intensief met elkaar in contact kunnen komen, zoals in catteries, pensions en na bezoek aan tentoonstellingen. Contact tussen katten maar ook contact met besmette materialen vormen de belangrijkste manieren van besmetting.
Verwekkers:
De belangrijkste verwekkers van niesziekte zijn het herpes- en calicivirus, Chlamydia en Bordetella bronchiseptica. Deze verwekkers kunnen bij katten voorkomen zonder dat de kat daarvan verschijnselen hoeft te vertonen. Echter onder bepaalde omstandigheden (stress) kunnen deze katten zelf ziek worden en andere katten besmetten.
Preventie:
Belangrijk is dat de kans op overdracht van infecties tussen dieren zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hygiënische maatregelen zoals regelmatige ontsmetting van ruimten en materialen, het wassen van handen en wisselen van kleding zijn belangrijk. De kans op besmetting tussen katten onderling wordt sterk verminderd als katten op een afstand van anderhalve meter van elkaar of in kooien met dichte zijwanden worden gehouden. Tevens dienen de klimaatomstandigheden goed te zijn. Zieke dieren en pas aangekochte dieren dienen gedurende enkele weken apart gehouden te worden. Omdat genoemde maatregelen in de praktijk vrijwel niet sluitend te krijgen zijn is het noodzakelijk dat katten tevens regelmatig tegen niesziekte worden geënt.
Entingen:
Eerder werd aangegeven dat er verschil bestaat tussen de werkzaamheid van entingen. Waar de enting tegen kattenziekte een vrijwel complete bescherming geeft is dat voor niesziekte veel minder het geval. Dit komt door de vele besmettelijke en niet-besmettelijke factoren die bij niesziekte een rol spelen. Toch zijn entingen van groot belang om de kans op niesziekte zo klein mogelijk te maken en om, als een infectie toch aanslaat, de verschijnselen zo gering mogelijk te laten zijn.
Entschema:
Geadviseerd wordt om te enten tegen alle verwekkers van niesziekte waarvoor een entstof bestaat. In de meeste gevallen wordt een eerste enting gegeven op de leeftijd van 9 weken. Voor een goede basisbescherming moet deze enting op de leeftijd van 12 weken worden herhaald. Als zich op jongere leeftijd problemen voordoen kan al op 6 weken voor het eerst worden geënt (herhalen op 9 en 12 weken). Daarna is het raadzaam om de enting in overleg met uw dierenarts regelmatig te herhalen. Bij dieren die in groepen worden gehouden kan het zinvol zijn tweemaal per jaar te laten enten. Uiterlijk 2 weken vóór opname in een cattery of pension en 2 weken vóór het bezoeken van een tentoonstelling, moeten dieren opnieuw geënt worden.
Rabiës
Rabiës is de Latijnse naam voor hondsdolheid. Het rabiësvirus wordt vooral via speeksel (bijten) overgebracht, waarna het via zenuwen naar de hersenen gaat. De ziekte is zeer gevaarlijk: mens en dier gaan vrijwel zonder uitzondering dood binnen 1 week nadat de verschijnselen zich openbaren.
Ook katten zijn gevoelig voor rabiësvirus. Een kat met rabiës zal meestal wegkruipen en slechts bij uitzondering andere dieren of mensen bijten. Toch bestaat de kans dat katten besmet worden en gezien het dodelijke verloop van de ziekte is het noodzaak dat katten worden geënt als er gevaar bestaat voor besmetting met rabies.
Enting
Tegen rabiës wordt geënt met entstoffen op basis van dood rabiësvirus. Na eenmalige enting vanaf de leeftijd van 12 weken ontstaat een weerstand die 3 jaar aanhoudt. Als u echter met uw kat de grens wilt passeren gelden andere regels (enting is pas 30 dagen na toediening geldig, enting mag niet ouder zijn dan 1 jaar). Omdat de eisen voor de verschillende landen sterk kunnen verschillen is het verstandig ruim tevoren contact op te nemen met uw dierenarts.
Entschema
Kittens
De meeste kittens worden voor het eerst geënt op een leeftijd van 12 weken.
Om een goede basisbescherming te krijgen is het noodzakelijk dat op een leeftijd van 15 weken een herhalingsenting plaatsvindt.
Wanneer er een verhoogde kans bestaat dat kittens op jongere leeftijd besmet worden, kan het noodzakelijk zijn om kittens al op een leeftijd van 6 weken voor het eerst te laten enten. Dit zal vooral het geval zijn wanneer katten in groepen worden gehouden of regelmatig in contact komen met andere katten.
De eerste enting vormt tevens een uitstekende gelegenheid om met uw dierenarts een aantal zaken door te spreken zoals ontworming, vlooienbestrijding, voeding en uiteraard de herhalingsentingen.
Meestal wordt bij de eerste enting meteen het entboekje ingevuld, dat u bij volgende bezoeken aan de dierenarts steeds mee moet nemen.
Bij aankoop van een kat is het verstandig om naar een entboekje of entbewijs te vragen en te informeren wanneer de eerste herhalingsenting dient plaats te vinden. Tevens kan dan informatie worden verkregen over voeding en ontworming. Neem bij twijfel in ieder geval even contact op met uw dierenarts.
Als de adviezen over entingen goed zijn opgevolgd zal uw kitten, als hij/zij ongeveer 15-17 weken oud is, een dusdanige weerstand hebben opgebouwd dat herhalingsentingen pas na langere tijd weer nodig zijn. (overleg dit met uw dierenarts).
De volwassen kat
Sommige mensen denken dat oudere katten geen herhalingsentingen nodig hebben. Maar dat is wel degelijk noodzakelijk. Ook volwassen kunnen ziektes oplopen en hier ernstig ziek van worden of zelfs overlijden en de ziektes overdragen.
Er zijn helaas gevallen bekend van volwassen, niet of niet goed geënte katten, die aan kattenziekte zijn gestorven of ernstig van niesziekte te lijden hebben gehad.
Jaarlijkse herhalingsentingen zijn dus wel degelijk van belang om de bescherming op een hoog peil te houden.
Oudere katten die niet eerder zijn geënt, of waarbij de laatste enting langer dan anderhalf jaar geleden heeft plaatsgevonden, worden net als kittens tweemaal geënt met 3 weken tussentijd. Dit is noodzakelijk om (weer) een goede basisbescherming te krijgen.
Wanneer de herhalingsentingen het best kunnen plaatsvinden hangt af van de besmettingskans die een kat loopt en van de ziekte waartegen geënt wordt. Neem bij twijfel in ieder geval even contact op met uw dierenarts.